Websites als doorverwijzer van laaggeletterdheid

Wat als een website digitale laaggeletterdheid kan herkennen en bezoekers daarbij kan helpen? Dat onderzoekt de Alliantie Digitaal Samenleven met behulp van de subsidiestroom Experimenten van Tel mee met Taal. Na een uitgebreide voorbereiding wordt het plan nu in de praktijk uitgevoerd.

Website bezoeken op een tablet

De online wereld is niet voor iedereen even makkelijk. Sommige mensen hebben zoveel moeite met bijvoorbeeld digitale formulieren, of online afspraken maken, dat ze niet goed in staat zijn om volwaardig deel te nemen aan de samenleving.  “Angst voor de digitale wereld kan samenhangen met digitale laaggeletterdheid,” aldus John Leek, de interne opdrachtgever van het experiment, dat wordt uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, de ondersteunende organisatie achter de Alliantie Digitaal Samenleven.

Beeld en Geluid doet onderzoek naar digitale laaggeletterdheid, onder andere door te kijken naar hoe mensen door websites heen klikken. “We volgen dat klikgedrag en analyseren dan patronen”, zegt Leek. “We hopen hiermee kenmerken van digitale laaggeletterdheid te herkennen om zo een gericht hulpaanbod te kunnen doen.” Als voorbeeld noemt hij een webpagina met veel tekst. “Een bezoeker blijft bijvoorbeeld lang hangen op de pagina, gaat eruit, komt later weer terug, enzovoort. Dat kan een teken zijn dat hij het niet begrijpt. Of iemand vult checkboxes in met veel spelfouten. Dat kan een hoogopgeleid persoon zijn met dyslexie, maar ook een teken van laaggeletterdheid.”

Geschikt hulpaanbod

Door dit soort gedrag online te herkennen, kunnen websites bezoekers helpen. Aan de ene kant door ze ter plekke op de website te helpen, aan de andere kant door ze naar een geschikt hulpaanbod toe te leiden. “Dat kan een taalcursus binnen de gemeente zijn, of een website die ze verder kan helpen”, zegt Leek. “Daar moeten we mee experimenteren. Wat zijn bijvoorbeeld de valkuilen? Als je een website bezoekt wil je niet constant advertenties in beeld waar je niet op zit te wachten. Dat geldt voor een taalcursus natuurlijk ook. De kunst is om dicht bij de werkelijke behoefte van de bezoekers van de website te blijven.”

Naast het in kaart brengen van de kenmerken van digitale laaggeletterdheid, heeft Beeld en Geluid zich verdiept in verschillende online technologieën. “We zijn inmiddels, samen met technologiepartners, aan de slag met kunstmatige intelligentie”, zegt Leek. “Een tracker op een apart deel van de website volgt dan geanonimiseerd het gedrag van de bezoeker en we relateren dat aan kenmerken van digitale laaggeletterdheid.” Daarbij wordt de privacy van bezoekers nauwlettend in de gaten gehouden. Zo is er een klankbordgroep opgericht met medewerkers van verschillende ministeries, waarin onder andere de ethische kwesties worden besproken. “We nemen constant het publieke belang mee, in elk stapje dat we zetten”, aldus Leek.

Websites met breed publiek

Op de websites van de deelnemende organisaties, zoals gemeenten, zal geëxperimenteerd worden met verschillende technieken om digitale laaggeletterdheid te herkennen. “Naast kunstmatige intelligentie denken we bijvoorbeeld aan een chatbot of spraakherkenning. Dat hangt ook sterk af van de mogelijkheden van de websites. Ook het doorverwijzen is daarvan afhankelijk. Dat kan een website of telefoonnummer van een taalhuis zijn, een Whatsapp-kanaal voor vragen, of een doorverwijzing naar de DigiHulplijn. We hebben al heel veel kennis opgehaald over digitale laaggeletterdheid en technologieën om dit te herkennen. Nu willen we erachter komen of het zinvol is om dat echt in de praktijk te brengen.”

Na de zomer worden de experimenten op de websites verder uitgevoerd. Daarna werkt      Beeld en Geluid aan de rapportage. Leek verwacht die in april 2022 te kunnen presenteren. Of laaggeletterden in de toekomst massaal worden doorverwezen via websites durft hij niet te voorspellen. “Niet iedereen wordt online bereikt. Met techniek is veel mogelijk, maar er liggen nog een hoop vragen. Wie gaat er over welke data? Wat gebeurt ermee? De overheid kan en moet daarin een krachtige positie innemen. De online wereld biedt namelijk mooie kansen, mits veilig en verantwoord benut.”

Vragen?

Vragen over het experiment van de Alliantie Digitaal Samenleven? Neem dan contact op met:
John Leek
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
E: jleek@beeldengeluid.nl
T: 06 1340 7405