Elke gemeente een taalambassade?

Taalambassadeurs kunnen gemeenten goed helpen om de communicatie met hun burgers te verbeteren, blijkt uit onderzoek. Taalambassades kunnen deze ervaringsdeskundigen een plek bieden om echt mee te praten. Arjan Beune, voorzitter van Stichting ABC, vertelt meer over het idee achter de taalambassades.

Een taalambassadeur beoordeelt folders
Een taalambassadeur bekijkt brochures

“Een soort clubhuis, of huiskamer”, zo ziet Arjan Beune een ideale taalambassade voor zich. “Ik denk aan een vertrouwde plek waar de geletterde wereld en de minder geletterde, of minder digitale wereld samenkomen. Waar gesprekken worden gevoerd en ervaringen uitgewisseld. Als een medewerker bij een gemeente bijvoorbeeld merkt dat de armoedeaanpak niet goed werkt, kan hij om hulp vragen aan mensen in de taalambassade. ‘Wat vinden jullie van de brieven die we versturen? Hoe kunnen we mensen het beste bereiken?’”

Innovatiekamers

Stichting ABC helpt (ex)laaggeletterden, ook wel ervaringsdeskundigen genoemd, om deze rol op te pakken. De afgelopen twee jaar experimenteerde de stichting met het inzetten van taalambassadeurs bij gemeenten, in 14 ‘innovatiekamers’ (pilots) verspreid over het land. De taalambassadeurs werden ingezet bij vier taken:

  • het promoten van leertrajecten en het doorverwijzen van deelnemers; 
  • voorlichting geven over (de aanpak van) laaggeletterdheid op bijeenkomsten;
  • het beoordelen en adviseren over communicatie van overheden, instellingen en bedrijven;
  • advies geven over gemeentebeleid (vooral over leertrajecten maar het kan ook breder).

Beune ziet vooral het laatste punt als een mooie uitdaging. “Ervaringsdeskundigen praten nu nog veel te weinig op gelijke hoogte mee over beleid. Kijk bijvoorbeeld naar het onderwijs. Overal kunnen studenten actief meedenken met het bestuur over de toekomst van hun opleiding, behalve in het volwassenenonderwijs. Daar moeten deelnemers het meestal doen met een enquête achteraf. Dat is een gemiste kans om het onderwijs beter te laten aansluiten op de deelnemers. Voor de overheid en andere sectoren geldt dit net zo. Een testpanel met taalambassadeurs is een mooi begin, maar dat focust vaak maar op één aspect. Als je ervaringsdeskundigen betrekt bij de hele beleidsontwikkeling is dat heel waardevol. Juist om niet over elkaar praten, maar met elkaar. Dan bereik je meer.”

Olievlekwerking

Inmiddels zijn er een aantal gemeenten waar de taalambassade vorm krijgt. “In Breda en Deventer zijn ze bijvoorbeeld al best ver”, zegt Beune, die positief is over de toekomst. “Het gaat niet in één keer. Ik zie het als een olievlekwerking, waarbij steeds meer taalambassades in Nederland zullen opkomen. Dit soort dingen kun je beter langzaam en goed doen, dan gehaast en halfslachtig.”

Om een taalambassade goed op te zetten, hebben Stichting ABC en hoogleraar Maurice de Greef, die het onderzoek naar de innovatiekamers uitvoerde, een setje randvoorwaarden opgesteld: het ABC’tje. De A staat voor Ambassadeurs & Afspraken en richt zich vooral op het zoeken en goed begeleiden van taalambassadeurs. “Daarvoor heb je als beleidsmedewerker bij de gemeente goede contacten nodig met bijvoorbeeld wijkcentra of de schuldhulpverlening; plekken waar ervaringsdeskundigen vertrouwd mee zijn. Via de sociale dienst zul je ze waarschijnlijk niet snel vinden.”

Feeling met doelgroep

De B in het ABC’tje staat voor Budget & Begeleiding. Beune: “Het is belangrijk om een geschikte plek te regelen en een organisatie op te zetten die feeling heeft met de doelgroep. Het gaat bijvoorbeeld wel eens mis met vergaderingen waar een ervaringsdeskundige bij aansluit. Dan heb je iemand die niet goed kan lezen die mee moet draaien in een ingewikkeld vergadersysteem. Het is beter om na te denken over de vraag die onder het vergaderstuk ligt en dat voor te leggen aan de taalambassadeur. Plan dan een extra overleg in en kom tot de kern van wat je eigenlijk wil weten. Dat kost tijd en denkwerk, maar het kan veel nuttige inzichten opleveren. Dat kan leiden tot tijdswinst later in het proces, of een effectievere aanpak.”

"Het gaat wel eens mis met vergaderingen waar een ervaringsdeskundige bij aansluit. Dan heb je iemand die niet goed kan lezen die mee moet draaien in een ingewikkeld vergadersysteem."

De C in het ABC’tje staat voor Capaciteit & Continuïteit. “Ik geloof in een brede aanpak”, aldus Beune. “Iedereen mee laten doen moet ingebed zijn in het hele beleid van een gemeente en niet achteraf een communicatieding. Voldoende en continue aandacht voor laaggeletterdheid helpt om je doelen te bereiken. Dat geldt voor gemeenten, maar ook voor ziekenhuizen, woningcorporaties en andere organisaties.” 

Meerwaarde

Ook uit het onderzoek naar de innovatiekamers blijkt dat de gemeenten een duidelijke meerwaarde ervaren in de inzet van taalambassadeurs. Voor Beune laten de pilots dan ook zien dat overheidsorganisaties aan de slag moeten met het opzetten van taalambassades. “Het hoeft niet ineens allemaal anders, maar begin er gewoon mee. Niet alleen voor je eigen organisatie, maar ook voor de ervaringsdeskundigen zelf. Als je ziet hoeveel energie er bij die mensen zit en hoe graag ze mee willen denken… Sommigen bloeien helemaal op als er echt naar ze wordt geluisterd. Ik hoor het vaak van taalambassadeurs die wij begeleiden: ‘Eindelijk worden we serieus genomen.’”

Meer informatie

Ook aan de slag met een taalambassade? Ga dan naar de website ABC Beleidshulp van Stichting ABC. Hier lees je meer over het landelijke netwerk van taalambassadeurs, trainingen, of trainers die die ambassadeurs kunnen opleiden.