Taalonderwijs voor ambitieuze cursisten

Drenthe College verzorgt taalonderwijs op verschillende niveaus voor de Drentse gemeenten. De locatie in Emmen doet dat voor de gemeenten Emmen, Coevorden en Borger-Odoorn. Ruim 150 cursisten leren er hun taalvaardigheid verbeteren. Het Tel mee met Taal-team bracht onlangs een digitaal werkbezoek aan het Drenthe College in Emmen, om in de praktijk te zien hoe cursisten hun ambities proberen waar te maken.

Taalklas Drenthe College
Beeld: ©Drenthe College

Ook al heeft de Afghaanse Bina het naar haar zin tijdens de Nederlandse les, ze zit er niet voor de lol. Ze wil studeren, een diploma halen. “Ik werk als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Emmen. Daar help ik met tolken en de administratie. Als mijn Nederlands goed genoeg is wil ik een tolkopleiding doen en werk zoeken.”

Bina zit in een klas met 12 andere vrouwen, allemaal met een migratieachtergrond. Ze komen elke donderdag en vrijdag bij elkaar op Drenthe College om hun taalvaardigheden op niveau 2F te krijgen. Iedereen heeft ambities. De een wil onafhankelijker zijn en zelf belangrijke papieren in kunnen vullen. De ander wil een hbo-zorgopleiding doen. Via het Taalpunt in hun gemeente zijn ze doorverwezen naar de opleiding. Voor hen zijn hier geen kosten aan verbonden. De opleiding wordt betaald vanuit de gemeenten. 

Ellen Bos, opleidingsmanager bij het Drenthe College, straalt als ze het over de ambities van haar cursisten heeft. “Ze hebben dromen die ze waar willen maken. Sommige immigranten gaan meteen na hun inburgeringscursus door met Nederlands leren, maar lang niet allemaal. Na een tijdje merken ze dat hun taalvaardigheid nog niet goed genoeg is en melden ze zich alsnog aan voor een opleiding. Juist die mensen zijn heel gemotiveerd. Ze weten wat ze ermee willen bereiken.”

Niet makkelijk

Toch is het volgen van een taalopleiding niet makkelijk. Soms komen kandidaten eerst op een wachtlijst terecht. “We hebben groepen van gemiddeld 15 cursisten”, zegt Bos. “Voordat we mensen toe kunnen laten moeten er plekken vrijkomen. In overleg met de gemeenten is er soms budget om een nieuwe groep te starten. Cursisten kunnen maximaal twee jaar taallessen bij ons volgen. Daarna verwijzen wij ze door naar de verschillende Taalhuizen.”

Cursisten die formeel onderwijs volgen en een diploma op 1F- of 2F-niveau proberen te halen, krijgen twee dagdelen per week les en mogen er anderhalf jaar over doen, met een eventuele verlenging van een halfjaar. Cursisten die non-formeel onderwijs volgen, gericht op niveauverhoging, krijgen één dagdeel per week les en mogen maximaal twee jaar lang lessen volgen.

Hobbels

Zijn cursisten eenmaal gestart, dan volgen er vaak hobbels op de weg. “Tijdens die anderhalf of twee jaar kan er veel gebeuren”, zegt Bos. “Sommigen krijgen bijvoorbeeld een baan aangeboden en hebben minder tijd. We hebben nu met de gemeenten afgesproken dat cursisten de taalopleiding af mogen maken. Daardoor is er minder uitval.”

Ook de coronapandemie maakte het taalonderwijs het afgelopen jaar moeilijk. Ineens moesten alle lessen digitaal. “Dat ging niet altijd makkelijk”, vertelt taaldocent Edith van Rijn. “Videobellen maakt het lastiger om met elkaar te praten. En de techniek hapert soms ook. Aan de andere kant zijn de digitale vaardigheden van de cursisten wel vooruit gegaan tijdens het online onderwijs.” Inmiddels zijn de opleidingen deels fysiek en deels digitaal.

Hoewel Drenthe College ook plek biedt aan cursisten met Nederlands als eerste taal (de zogenaamde ‘NT1’ers’), zijn de opleidingen vooral gevuld met cursisten die Nederlandse als tweede taal hebben (de ‘NT2’ers’). “Die verdeling zou wat mij betreft beter kunnen”, zegt Bos. “NT2’ers komen wel. Die schamen zich niet voor hun Nederlands. NT1-kandidaten wel. Als we die willen bereiken zouden we nog actiever de buurten in moeten gaan.” Sowieso zijn veel NT1-ers  de laatste jaren aan het werk gegaan, vaak opgeroepen door een werkcoach. “

Onafhankelijker

Bina volgt haar lessen al anderhalf jaar en is hard op weg naar een diploma. Ze heeft de taalopleiding al aanbevolen onder Afghaanse kennissen. Twee van hen zijn er aan begonnen, waarvan eentje helaas is gestopt. “Ik ken veel mensen die moeite hebben met Nederlands. Vaak moeten hun kinderen hen daarbij helpen. Met een goede taalopleiding word je onafhankelijker. Maar het is niet iets voor iedereen. De een heeft meer interesse in leren dan de ander. Ik vind het in elk geval heel leuk.”

Wat Bos betreft is dat laatste vooral belangrijk: plezier. “De sleutel van een goede taalopleiding ligt vooral bij het kiezen van de juiste docenten. Dit vraagt om een ander type docent dan in het voortgezet onderwijs. Het moet ook gezellig zijn. Cursisten moeten de kans krijgen om met elkaar te praten. De sociale cohesie is belangrijk en bovendien leren ze veel van het praten met elkaar. Daar leren ze enorm veel van.”