De gemeente Goes over het aanleveren van gegevens voor het Landelijk Beeld Volwasseneneducatie.
In 2023 starten Rijk en gemeenten met het Landelijk Beeld Volwasseneneducatie. Gemeenten leveren van 14 maart tot 14 mei data over volwasseneneducatie aan bij het CBS en helpen daarmee de aanpak van laaggeletterdheid te verbeteren.
Sommige WEB-contactgemeenten hebben al ervaring met het aanleveren van deze gegevens bij het CBS; zij deden mee aan het proefjaar Monitor Laaggeletterdheid 2022. Een van deze gemeenten is Goes, contactgemeente voor de arbeidsmarktregio Zeeland. Kristian Coppoolse is senior beleidsmedewerker voor de arbeidsmarktregio.
Hoeveel tijd besteden jullie aan het verzamelen en aanleveren van gegevens over volwasseneneducatie?
Coppoolse: “Voor ons als contactgemeente valt de tijdsinvestering mee, het is vooral voor de aanbieders een inspanning. Het coördineren van de aanlevering is niet veel werk omdat we in Zeeland een goede overlegstructuur rond volwasseneneducatie hebben. We spreken elkaar regelmatig. Gegevens van taalhuizen bundelen wij zelf en leveren we bij het CBS aan. We hebben twee formele aanbieders, het ROC en een privaat opleidingsinstituut, die rechtstreeks gegevens aanleveren. Wij hebben hen daarvoor gemachtigd bij het CBS.
We hebben in de pilot wel als verbeterpunt doorgegeven dat we meer terugkoppeling hadden willen hebben van het CBS. We hebben aanvankelijk geen bericht gehad over de rechtstreekse aanlevering van gegevens door de aanbieders. Toen we uiteindelijk hoorden dat de aanlevering niet goed was gegaan, was het eigenlijk al te laat.”
Goes is geen grote gemeente, maakt dat de tijdsinvestering verhoudingsgewijs groter?
Coppoolse: “Veel regio’s hebben een grote gemeente die er met kop en schouders bovenuit steekt, zoals Tilburg in Midden-Brabant of Enschede in Twente. In onze regio is dat niet het geval en hebben gemeenten elkaar soms harder nodig om dingen voor elkaar te krijgen. Misschien dat daardoor de overlegstructuren en samenwerking goed zijn. Maar de omvang van de gemeente is volgens mij geen bepalende factor.”
Hebben jullie een goed beeld van de geletterdheid van de inwoners van Zeeland?
Coppoolse: “Het is goed om zicht te hebben op wat je bereikt met het geld dat je uitgeeft. Dat geldt op landelijk niveau, maar zeker ook gemeentelijk en regionaal. We monitoren als gemeenten op verschillende manieren impact en bereik van volwasseneneducatie. Onze aanbieders rapporteren over hun activiteiten, taalhuizen leveren gegevens aan en vorig jaar hebben we een impactmeting laten doen.”
Wat verwacht je van de uitkomsten van het Landelijk Beeld Volwasseneneducatie?
Coppoolse: “Wij zijn zeer geïnteresseerd in de resultaten. Ik denk dat het goed is om te kunnen vergelijken. Niet omdat het een wedstrijdje is, maar omdat we van elkaar kunnen leren als we onszelf afzetten tegen andere regio’s. Het kan voor ons bijvoorbeeld een aanleiding zijn om contact te leggen met een andere regio, waar vergelijkbare problemen en oplossingen relevant zijn.
Het is wel goed om je te beseffen dat in deze cijfers maar een deel van de inwoners terugkomt. Ook via het informele circuit bereik je veel mensen. Bij eerste contacten zijn we terughoudend met registratie, omdat we het laagdrempelig willen houden. Wat er straks in het Landelijk Beeld Volwasseneneducatie terugkomt is dus geen absolute waarheid, maar geeft wel een goede indicatie.”
Kristian Coppoolse Meer informatie over ontwikkelingen op de Zeeuwse arbeidsmarkt op de website van Aan de slag in Zeeland. |